Dag lieve mensen!
Sedert woensdag (29 augustus) vertoeven wij in Jinan, alwaar wij ondertussen reeds onze intrek hebben genomen in een knus en naar Chinese normen eerder modern appartementje. Bij aankomst, en ook gedurende de 3 daaropvolgende dagen werden we nog vergezeld door onze Chinese vriendin Hao Ping (afkomstig uit Beijing). Ping is voor ons van onschatbare waarde gebleken, niet alleen als goede vriendin, maar ook in het verschaffen van ‘technische knowhow’ over het cultureel gezien nogal ingewikkelde China, alsook in het regelen van een aantal praktische zaken die zonder haar erbij wellicht zeer tijdrovend zouden geweest zijn.
Hieronder volgt een nogal uitgebreid overzicht van onze activiteiten in Jinan tot hiertoe. Een gedetailleerd verslag van Beijing volgt later (juist ja, er scheelt iets aan de volgorde)
Na een treinrit van amper 3 uurtjes kwamen we dus behouden maar vermoeid aan in Jinan, een stad die bezwaarlijk kosmopolitisch of laat staan gezellig kan genoemd worden. ‘Achtergesteld’ is zowat het eerste woord dat je te binnen schiet, en meteen ook het eerste woord waarmee Ping haar eerste indruk van Jinan beschreef. Bruisend is onze stad wel, zo merkten we meteen toen we uit de kille hal van het station kwamen en uitkeken op heel veel mensen en heel veel auto’s. Met het adres van ons hotelletje (eerder een zeer ‘chique’ appartementje in een residentie voor de iets welgesteldere Jinanees) en het adres van de huisbazin in de hand zetten we, enigszins wantrouwig, onze eerste stappen op Jinanese grond. Een telefoontje later werden we opgepikt door een politieagent bevriend aan de ‘maitresse d’hôtel’, die ons behulpzaam en met het oog van een reisgids naar onze bestemming escorteerde.
Over de stad Jinan valt niet bijster veel (goeds) te vertellen: overal waar je kijkt zijn Chinezen, en overal waar Chinezen kijken zijn wij (Westerlingen worden hier net als in Beijing steevast aangestaard, en niet altijd op de meest vriendelijke manier), de taxi’s lijken er allemaal afkomstig uit bouwjaar 1983 (bij benadering) en de indeling van zowat alle straten verloopt steeds weer volgens hetzelfde stramien: kruidenier, sportwinkel, eethuis of restaurant, theewinkel, bank, winkel van China Mobile, bank, theewinkel, sportwinkel, bank, bank, bank.... De stad geniet bij velen faam door haar stinkende beekjes, belachelijk hoge luchtverontreiniging, veelkleurige palen (kom dat zien, pilaren die ’s nachts licht geven enzo!). De bijnaam ‘Jinan boerengat’ drong zich dus vrijwel meteen aan ons op, en die titel zal ze nog een hele tijd met verve bekleden, zo vermoeden we.
Onze stad lijkt dus in bijna geen enkel opzicht op het gezelligere Beijing, waar de mensen al iets meer vriendelijkheid aan de dag leggen en waar een zonnige dag ook echt nog een zonnige dag is.
Het Chinese eten valt bij mij enorm in de smaak, zij het dat ik nog steeds wacht op die ene verschrikkelijke eetervaring, wellicht met buikloop en een vermindering in enthousiasme tot gevolg. Lekkere gerechten zijn o.a.: naar vis geurende vleesreepjes (yúxiāngròusī à met tonen voor de liefhebbers), dumplings met vlees of vis, geraspte aardappel met ei en mù’ěr (‘boom-oren’ = een soort paddestoel), witte kool op Chinese grootmoeders wijze, en ongetwijfeld nog heel wat andere gerechten die weldra zullen ‘gesampled’ worden door ondergetekende. Sophietje kan je bij ieder winkelbezoek aantreffen in de rayon ‘geïmporteerde goederen’ waar zij de bedrijfsleiding van Barilla steeds weer een plezier doet door hun hele pastavoorraad op te kopen. Ook chocoladekoekjes vallen bij haar in de smaak! Heel erg ‘Chinees’ dus, een term die bovendien op een waaier van zaken van toepassing is: producten van inferieure kwaliteit (onze stofzuiger heeft het reeds op de dag van aankoop begeven), een bezoek aan de supermarkt, waar mensen op ieder moment van de dag gewoon ‘aanwezig zijn’, en waar een allesoverheersende drukte ‘gezellig winkelen’ of ‘commiskes doen’ geheel onmogelijk maakt. Ook de Chinese beleefdheid is, wel ja, erg Chinees: vriendelijkheid wordt hier verward met aandringen tot op het agressieve af, en diezelfde opdringerige houding aannemen is een must als je je goedgemeende vriendelijkheid later niet met afwijzing wil beantwoord zien.
LOGBOEK
Sedert woensdag (29 augustus) vertoeven wij in Jinan, alwaar wij ondertussen reeds onze intrek hebben genomen in een knus en naar Chinese normen eerder modern appartementje. Bij aankomst, en ook gedurende de 3 daaropvolgende dagen werden we nog vergezeld door onze Chinese vriendin Hao Ping (afkomstig uit Beijing). Ping is voor ons van onschatbare waarde gebleken, niet alleen als goede vriendin, maar ook in het verschaffen van ‘technische knowhow’ over het cultureel gezien nogal ingewikkelde China, alsook in het regelen van een aantal praktische zaken die zonder haar erbij wellicht zeer tijdrovend zouden geweest zijn.
Hieronder volgt een nogal uitgebreid overzicht van onze activiteiten in Jinan tot hiertoe. Een gedetailleerd verslag van Beijing volgt later (juist ja, er scheelt iets aan de volgorde)
Na een treinrit van amper 3 uurtjes kwamen we dus behouden maar vermoeid aan in Jinan, een stad die bezwaarlijk kosmopolitisch of laat staan gezellig kan genoemd worden. ‘Achtergesteld’ is zowat het eerste woord dat je te binnen schiet, en meteen ook het eerste woord waarmee Ping haar eerste indruk van Jinan beschreef. Bruisend is onze stad wel, zo merkten we meteen toen we uit de kille hal van het station kwamen en uitkeken op heel veel mensen en heel veel auto’s. Met het adres van ons hotelletje (eerder een zeer ‘chique’ appartementje in een residentie voor de iets welgesteldere Jinanees) en het adres van de huisbazin in de hand zetten we, enigszins wantrouwig, onze eerste stappen op Jinanese grond. Een telefoontje later werden we opgepikt door een politieagent bevriend aan de ‘maitresse d’hôtel’, die ons behulpzaam en met het oog van een reisgids naar onze bestemming escorteerde.
Over de stad Jinan valt niet bijster veel (goeds) te vertellen: overal waar je kijkt zijn Chinezen, en overal waar Chinezen kijken zijn wij (Westerlingen worden hier net als in Beijing steevast aangestaard, en niet altijd op de meest vriendelijke manier), de taxi’s lijken er allemaal afkomstig uit bouwjaar 1983 (bij benadering) en de indeling van zowat alle straten verloopt steeds weer volgens hetzelfde stramien: kruidenier, sportwinkel, eethuis of restaurant, theewinkel, bank, winkel van China Mobile, bank, theewinkel, sportwinkel, bank, bank, bank.... De stad geniet bij velen faam door haar stinkende beekjes, belachelijk hoge luchtverontreiniging, veelkleurige palen (kom dat zien, pilaren die ’s nachts licht geven enzo!). De bijnaam ‘Jinan boerengat’ drong zich dus vrijwel meteen aan ons op, en die titel zal ze nog een hele tijd met verve bekleden, zo vermoeden we.
Onze stad lijkt dus in bijna geen enkel opzicht op het gezelligere Beijing, waar de mensen al iets meer vriendelijkheid aan de dag leggen en waar een zonnige dag ook echt nog een zonnige dag is.
Het Chinese eten valt bij mij enorm in de smaak, zij het dat ik nog steeds wacht op die ene verschrikkelijke eetervaring, wellicht met buikloop en een vermindering in enthousiasme tot gevolg. Lekkere gerechten zijn o.a.: naar vis geurende vleesreepjes (yúxiāngròusī à met tonen voor de liefhebbers), dumplings met vlees of vis, geraspte aardappel met ei en mù’ěr (‘boom-oren’ = een soort paddestoel), witte kool op Chinese grootmoeders wijze, en ongetwijfeld nog heel wat andere gerechten die weldra zullen ‘gesampled’ worden door ondergetekende. Sophietje kan je bij ieder winkelbezoek aantreffen in de rayon ‘geïmporteerde goederen’ waar zij de bedrijfsleiding van Barilla steeds weer een plezier doet door hun hele pastavoorraad op te kopen. Ook chocoladekoekjes vallen bij haar in de smaak! Heel erg ‘Chinees’ dus, een term die bovendien op een waaier van zaken van toepassing is: producten van inferieure kwaliteit (onze stofzuiger heeft het reeds op de dag van aankoop begeven), een bezoek aan de supermarkt, waar mensen op ieder moment van de dag gewoon ‘aanwezig zijn’, en waar een allesoverheersende drukte ‘gezellig winkelen’ of ‘commiskes doen’ geheel onmogelijk maakt. Ook de Chinese beleefdheid is, wel ja, erg Chinees: vriendelijkheid wordt hier verward met aandringen tot op het agressieve af, en diezelfde opdringerige houding aannemen is een must als je je goedgemeende vriendelijkheid later niet met afwijzing wil beantwoord zien.
LOGBOEK
Dag 1
Avond. Na aankomst in ons hotel, gelegen te Haiwei Guangchang (meer bepaald op de ‘kongzhonghuayuan’, oftewel ‘garden in mid-air’) deelden we voorzichtig onze eerste indrukken met mekaar, en gaven we Jinan tot slot nog het voordeel van de twijfel. Meteen daarna brachten we ons eerste bezoekje aan de RT-Mart, de kleinste van de ‘god weet hoeveel’ RT-Mart’en er hier in deze stad aanwezig zijn. Daarop met de nodige voedingswaren in de hand en ietwat overdonderd door de menigte naar het hotel ‘gevlucht’, waar een Chinees-Westerse maaltijd de vermoeide lichamen terug oplaadde.
Dag 2
Regen. Grauw. Met z’n gedrieën de deur uit op zoek naar een immobiliënkantoor en bij uitbreiding een woonst die aan onze verwachtingen voldoet. Bij kantoor ‘Maian’ boden ze niet alleen een uitstekende service, maar ook het door hen aangeboden appartementje kon onmiddellijk op onze goedkeuring rekenen. Onderhandeling over de prijs mogelijk J, ‘ain’t bargaining a bliss’!
’s Avonds volgde een bezoek aan de oude, onverlichte campus van Shandong Daxue, met een aantal kunstige foto’s en een zichtbaar teleurgestelde Ping tot gevolg.
Dag 3
Regen. Grauw. ‘Never mix business with pleausure’, en ‘s middags was ‘pleasure’ wel degelijk aan de beurt. “Een bezoekje aan het befaamde Daming Lake dan maar!”, luidde het eensgezind. Enigszins behoed voor een eventuele teleurstelling begaven we ons met een gammele bus naar het meer van Jinan, waar regendruppels ons enigszins teleurstelden. Wandeling, oversteek met de boot (dankzij de vaarkunsten van ons Pingetje), monument van de Ming-krijgsheer (onder keizer Qianlong???) verantwoordelijk voor de aanleg van het meer, bezoek aan het heerlijk irrelevante ‘Rock museum’, waar onwaarschijnlijk smaakloze belichting en ditto collectie bij ons op een ironisch lachje en een flinke dosis relativering konden rekenen. Verder nog een schitterend penseelschilderij gekregen als afscheidscadeau van Ping, die het op de kop kon tikken voor de even schitterende prijs van 3 euro, weldra te bezichtigen in onze woonkamer. Een rondje in het reuzenrad bracht naast de vervuiling en de drukte ook de mooie Qianfoshan (‘Duizend Boeddha Berg’) mooi in kaart.
’s Namiddags een bezoekje gebracht aan de nieuwe campus van Shanda: heel veel basketveldjes (allright!), een activiteitencentrum, en het Center for International Education, waar een akelig ‘bijna school’-sfeertje hing en waar mijn lieve schat dan ook ongelukkig genoeg aan haar middelbare schooltijd, tevens ongelukkig genoeg, werd herinnerd. Wat later op bezoek bij Dr. Edward Mignot, de Amerikaanse professor Engels (writing skills) die door vertek van de oorspronnkelijke eigenaars voor even eten gaf aan de kat die nu de onze is. Ze heet Jingjing, wat volgens de eigenaar ‘shut up and be quiet’ betekent. Ze heeft erg veel nood aan aandacht en maakt dat kenbaar door heel erg veel en op erg zagerige toon te miauwen…s nachts!!!!! Maar ze is ongelooflijk lief, een echt schatje, en dat maakt alles goed. J
Dag 4
Zon. Warm. Vervuiling nog steeds aanwezig. Just Checking. Pings laatste dag in Jinan, een stad waar in haar ogen niet echt iets te beleven valt. De volgende ochtend zet zij koers naar Qingdao (bekende en ongetwijfeld interessantere kuststad in Shandong). We zetten al enkele spullen over van het hotel naar onze nieuwe woonst. Die nieuwe woonst is buitengewoon smerig. ‘Smerig’ is zelfs het woord niet. Zelfs ‘goor’ is niet toereikend. Misschien kenden de kakkerlakken die tot voor kort onze keuken bewoonden het juiste woord, maar zij hebben inmiddels het pand verlaten. “Wauw! Wat een mooie keukenkastjes!!!”, zeiden we toen we nog geen besef hadden van de smerige toestand waarin de keuken verkeerde. Op de dag van dit schrijven (woensdag 5 september) zijn we nog steeds niet klaar met ontvetten en desinfecteren. Dettol komt ongewoon goed van pas; meer zelfs, werd Dettol hier niet verkocht, dan hadden we ons mogelijk in allerlei bochten gewrongen om het huurcontract stop te zetten J. Het uiteindelijke huurcontract houdt trouwens in dat Sophietje en ik, afgezien van de verminderde maandelijkse betaling van de huishuur, nog 4 uurtjes onderricht/recreatie verstrekken aan het zoontje van de eigenares, Li Yan genaamd. “Hij sukkelt wat met zijn talen”, wees zijn moeder hem al terecht in ons bijzijn. Voorlopig hebben we nog absoluut geen benul van wat deze lessen zullen inhouden, één ding is zeker: Li Yan houdt van badminton! Gebadmintond zal er worden, of hij krijgt een stevig pak voor zijn broek!
Dag 5
Zon. Warm. Spulletjes verder overhevelen van hier naar daar. Moeheid tot gevolg. Lekker slapen.
Dag 6??? Min of meer verdwenen uit het geheugen...
Hoogstwaarschijnlijk: inkopen en verderzetting werkzaamheden in ons nieuwe stulpje.
Vandaag (05/09)
Vandaag is registratiedag!! Met elk 8 pasfoto’s en onze ‘admission notice’ in de hand zullen we ons rond de middag begeven naar de nieuwe campus, op wandelafstand gelegen van ons huisje. Gezien internationale studenten tot en met vrijdag kunnen ‘inchecken’, beginnen de lessen vermoedelijk volgende week. Tijd genoeg dus om dit weekend nog even naarstig wat karaktertjes te herhalen, om een pijnlijke val door de mand te vermijden tijdens die pijnlijke eerste lessen. Naar het schijnt zal het gros van de studenten bestaan uit Koreanen (die de reputatie hebben nogal snobistisch en arrogant te zijn), wellicht zullen zich ook een aantal vervelend nasaal sprekende Amerikanen aandienen, en ook Afrikanen, Oost-Europeanen en – aaaaaaarghh - Hollanders zullen van de partij zijn. Wij zijn erg benieuwd! Intussen wordt hier door ons tweetjes verder geschrobd en geboend en gestofzuigd dat het een lieve lust is, en wordt er door de Chinezen meer gerocheld en gespuwd dan ons lief is. China, of wat we er tot nu toe van gezien hebben althans, is een schitterend land met schitterende mensen, ook al blijkt dat niet altijd uit de door ons opgeschreven ervaringen. Slechts een fractie ervan hebben we totnogtoe ontdekt, de rest volgt spoedig. In tussentijd blijven we ons vermaken met berichtjes naar en skype-gesprekken met het thuisfront, en hopen we op jullie onvermoeibare interesse in het verdere verloop van ons verblijf.
Much love,
S & S
2 opmerkingen:
zo mooi en kleurrijk (en met een heerlijke dosis ironie) geschreven... whaw! ik kan China bijna ruiken en proeven ... :-)
Hey Sophie,
Ik heb van Ruben het adres van je blog gekregen. lang geleden!
Ik zie dat je er de tijd van je leven hebt. Zo te lezen genieten jullie met volle teugen!
Het is een beetje te laat, maar ik wens je nog een super gelukkige verjaardag toe! Lang zal ze leven! hip hip hip hoera!
Veel Liefs,
Kristin
Een reactie posten