maandag 17 maart 2008

China, voor Chinezen...

Uhum...kuch...hoi daar!

Reeds menig maal is ons ter ore gekomen dat de wekelijks uitgezonden documentaire China voor Beginners erg aanslaat/aansloeg bij het grote publiek. Goed zo, grote publiek! Laat ons echter, zonder daarbij met opzet China’s kwaliteiten te ondermijnen, documentairegewijs enkele mythes ontkrachten:

- Chinezen spugen. Vaak. Rochelen net zo goed. Het exacte proces verloopt als volgt: Chinees (man of vrouw, geslacht doet schijnbaar niet terzake) voelt narigheid onderaan de keelopening. Lichtjes op zijn/haar hoede maar vastberaden en met inbegrip van wat er komen zal, zet de Chinees zich schrap om een schijnbaar inspannende reeks van bewegingen te gaan uitvoeren. Net voor zich dit natuurlijke proces finaal voltrekt, vertrekt de Chinees zijn/haar gezicht als ware hij een beetje bang voor wat er komen zal. Neen hoor, van angst geen sprake, want geheel onbevreesd zet hij/zij de resterende stappen om, voor het oog van…om het even wie eigenlijk…kuch…, hetgeen zich inwendig afspeelt ook te gaan veruitwendigen. Met één stevige opwaartse stuwbeweging (deze kan probleemloos en zelfs bij voorkeur worden uitgevoerd vanachter het stuur van een personenvoertuig, bij voorkeur met - voorzienigheid voor alles - het raam geopend) ontdoet hij of zij zich van de nare brij die één of in het slechtste geval meerdere vitale doorgangen van het lichaam zou hebben geblokkeerd. Dit proces herhaalt best meermaals daags, om aldus yin- en yang-elementen/andere vitale kosmische krachten naar behoren uit te balanceren. Op luidruchtige wijze. Ook in historische bronnen betreffende en komende uit China werd meermaals melding gemaakt van dit wonderlijke fenomeen, waarvan getuige onderstaande, nauwkeurig uitgekiende referentielijst.

- Sunzi’s “De kunst der oorlogsvoering” (uittreksels: “Hoe de vijand verpletteren met 1 rake fluim” + “Strategisch onderscheid tussen hoog en laag bij het uitvoeren van een mogelijk fatale fluimaanval”)

- "De Analecten" van Confucius, hoofdstuk 12 - met voorsprong het belangrijkste hoofdstuk - citaat nr. 14 en verder:

Discipel: “Meester, wat doe ik wanneer een man mij onrecht aandoet?”

Confucius: “Fluimen in ’s mans gezicht!”

Discipel: “Maar meester, zei u niet dat hij die een ware heer is, niet doet aan anderen wat hij zelf niet aangedaan wil worden”

Confucius: “……”

Discipel: “En haalde u ook niet aan dat…”

< C. spuugt met veel shwoeng en op gezaghebbende wijze in het gelaat van zijn gesprekspartner, die duidelijk niet goed wist welke de voorschriften waren in het China van weleer.>

- Chinezen houden van het concept 热闹(rènao), vrij te vertalen als een toestand van ambiance en broederlijke warmte, voelbaar op vrijwel alle publieke aangelegenheden waar zich een middelgrote tot aanzienlijke menigte Chinezen vertoont. De meest gepaste houding die je als buitenstaander aanneemt wanneer zich dergelijke sfeer doet gelden is er één van respect, van begrip, van participatie en erkenning. Tenzij ’s ochtends... Tenzij ’s ochtends om zes uur wanneer iedere weldenkende mens wil slapen, en wel in absolute stilte. U hoort het goed, ondergetekende en diens partner zijn in de loop van hun verblijf op menig locatie en tijdstip gewekt door wat moest doorgaan voor een hoogwaardig cultureel fenomeen. Cultuurbeestjes als ze zijn, zullen Chinezen hun ochtendlijke erupties van geluid (en reeds genoemde rochels) afdoen als deel uitmakende van een groter, cultureel papje. De slechte verstaander zal opperen dat hen met het poneren van deze stelling enige logica van redenering ontgaat, dat er sprake is van bepaalde universele, ongeschreven regels van beleefdheid. Hij begrijpt immers niet dat deze eigenschap slechts één van de onmisbare pijlers is van China’s veelzijdige en hoogontwikkelde culturele nalatenschap. Weet dus, lezer, dat als u ooit getuige bent van een dergelijk, op het eerste zicht onthutsend 'roepen en tieren', u het met die walging van u bij het verkeerde eind heeft. Aan een echte sinoloog - zich meteen bewust van welk moois zich hier voltrekt - klinken dit soort rumoerige situaties als muziek in de oren, als een vriendelijke ijscoman die de straat binnenrijdt, of als een geliefde die met luid klappen van de deur zijn terugkeer in uw woonst bekendmaakt.

- Nog steeds niet overtuigd van het aimabele karakter van de doorsnee Chinees? Dan hoeft u maar gewoon een vliegticket te boeken naar dit schitterende land, dit jaar gastland van de Olympische Spelen. Bij aankomst zullen u wellicht ook onderstaande dingen niet ontgaan:

-Chinezen tonen weinig affectie in het openbaar. Laat u niet misleiden door deze op het eerste zicht nogal eigenaardige eigenschap, ze hebben wel degelijk gevoelens, gevoelens die zich echter op een dieper, moeilijk te ontwaren niveau manifesteren. Wanneer u dit in overweging neemt zal u al snel merken dat het aangenaam met hen omgaan is, zij het dat uw gesprekken aanvankelijk enkel zullen draaien rond uw uiterlijk, salarissen, prijzen, scholing en huwelijksvoorschriften in uw land van oorsprong, en andere opwindende materie. Tracht echter moeite te doen en door te dringen tot uw gesprekspartner, met het oog op het voeren van een boeiend en hoogst vermakelijke conversatie (tip: fluister soms een beetje als je het hebt over censuur, gebrekkige beleidslijnen van de overheid, Tibet, en andere gevoelige topics)

-Chinezen eten met stokjes. Dit is positief omdat deze methode ons in staat stelt met de ene hand te eten terwijl we met de andere onze sigaret kunnen vasthouden/in onze neus kunnen peuteren. Als u net zoals ons denkt: “Wauw, ingenieus!”, kom dan afzakken naar China, waar het aangenaam dineren is.

-Kinderen verwennen is al lang tot trend verworden in dit mooie land (bevolkingsaantal: 1,3 miljard, waarvan een aanzienlijk deel verwende kinderen). Indien u zich ergert aan het irritante gemekker van zogenaamde ‘kleine keizertjes’ (die dikwijls ook dik zijn), weerhoudt u zich er dan niet van hen een educatieve ‘tik op de poep’ te geven. Als wij het niet doen, wie dan wel?

Tot de volgende blog-entry/tot in China!

Greetzz

dinsdag 11 maart 2008

Back in business!

Geachte bezoekers!

Het is zover, Sophie en ik zijn niet zo lang geleden aangekomen in het zonnige en van fijn stof doordrongen Jinan. De massale aanwezigheid van boeren en migranten op de trein liet ons kortstondig in de waan dat er misschien eindelijk wat te beleven viel in onze homestead, maar na aankomst bleek het er even oninteressant als tevoren. Onze reis doorheen een geijkt aantal provincies vergrootte niet verwonderlijk het contrast tussen deze stad en onderwijl bezochte plekken. Allen blonken ze uit op hun eigen manier, en we hopen dat jullie aan de hand van onze foto’s zelf ook vanop een afstand (hebben) kunnen genieten van al dat moois…

Onderaan zien jullie een ruwe weergave van de route die we de voorbije twee maanden hebben gevolgd. Let op het cirkelvormige patroon dat niet toevallig ontstaat bij het verbinden van de locaties met een denkbeeldige lijn. Jawel, zoals het woord ‘rondreis’ veronderstelt had ook ons avontuur iets weg van een ronde; het was als het ware een soort cyclisch gebeuren, met beurtelings terugkerende elementen: inpakken, beweging/rust, uitpakken, mekaar afwisselende settings, ho(s)telbalies, lekker eten, vies eten, goede nachtrust/slechte nachtrust (afhankelijk van een veelheid aan factoren, de meeste ervan te maken met kamertemperatuur en basiscomfort), geluiden, smaken, landschappen, tempels, bergen, wolkenkrabbers , backpackers/locals, toffe mensen, irritante mensen (overwegend in stationsbuurten, waar men uit was op ons geld), (slaap-)bussen, treinen, vliegtuigen, etc…

Klik hier voor een gedetailleerdere weergave van bovenstaand kaartje.

In nabeschouwing (en nabeschouwen doen we vlijtig!) waren de voorbije twee maanden zeer intens, voorspoedig, succesvol, leerrijk, verrassend, soms uitputtend, maar over de hele lijn enorm bevredigend (niet meegerekend die ene nacht waarop we een stel wilde olifanten op een haar na hebben gemist, akkerdju!).

Greetzz en tot gauw!

S & S