donderdag 27 september 2007

Happy Moondays

Buikgevoel

Zondagmiddag werd ik nietsvermoedend getroffen door een redelijk hardnekkig buikgriepje. Zo hardnekkig dat de nasleep ervan zich nu nog doet voelen. Buikgriep lijkt trouwens de enige ziekte te zijn die ik steeds weer oploop, of ik nu in België of pakweg Egypte vertoef, wat kan te maken hebben met de enorme hoeveelheden voedsel die ik geneigd ben te verzetten (lees: naar binnen te slokken). Van pips ging het naar slapjes, en ‘slapjes’ baande de weg voor ‘doodziek’. Zoals het in België naar goede gewoonte weer strontweer is, is het hier dus ‘weer stront’ (pardon my French!).

Weer

Ook in Jinan is het voor de eerste keer sinds onze aankomst weer strontweer. Grappig genoeg hebben de stadsplanners van Jinan de mogelijkheid op regen niet voorzien in hun blauwdrukken, en zijn er, zo zien we nu, quasi nergens rioolputten of afvoergeulen te bespeuren. Dat schrijnend gebrek aan drainagemiddelen leidt, niet geheel verwonderlijk, tot kleine plaatselijke overstromingen. Kortom, onze kleren hangen fier te drogen aan de waslijn, en vandaag wordt thuiszitdag voor Sophie en Sid. Vandaag gaat tevens onze vakantie van start, net nu onze medesinologen in Leuven stilaan hun oude routine opnemen en ongetwijfeld met (nu nog) ongetemperde ijver hun karakterschriftjes aanvullen. Succes aan jullie allen (en bij uitbreiding: succes ook aan alle niet-sinologen)!!! Onze ijver is eveneens terug van weggeweest, aangezien we na een aanvraag op - naar China’s normen – simpele wijze van klas zijn kunnen veranderen. We zitten nu in de zogenaamde zhongji er ban 中级二班, zeg maar de hoogste klas binnen intermediate niveau, waar we ons stukken beter op onze plaats voelen. De recente wissel heeft niet echt iets te maken met een al te hoge moeilijkheidsgraad, gezien het niveau van de gaoji yi ban 高级一班 echt wel het onze is (zo ook naar het gevoel van onze leraars). We vonden echter (na één week al, je moet niet vragen) dat we onszelf toch enigszins moesten achternahollen, niet alleen om de volgende les tot in de puntjes voor te bereiden, maar ook om steeds weer bij te zijn met de vorige lessen, kwestie van niet door de mand te vallen indien ondervraagd over de woordenschat.

Het mid-autumn festival waarvan sprake in de vorige entry (ook Mooncake-festival of Lantern Festival genoemd) is inmiddels van start gegaan, met de nodige klappertjes, voetzoekers en andere vuurwerksoorten die allen duidelijk hoorbaar zijn vanop de derde verdieping. Soms lijkt het wel alsof er een oorlog aan de gang is op de straten van Jinan, maar na de deur te zijn uitgegaan, concluderen we dat de vrees voor eventueel wapengekletter geheel ongegrond is: enkel het moordende verkeer is hier dodelijk. Gisteren hing de geur van verbranding – vermengd met roetdeeltjes en mist - dan ook niet alleen op straat, maar ook in onze eigenste vertrekken.

Op culinair vlak gaat alles hier goed, zij het dat we ons tegenwoordig vermaken met de levendige herinnering aan Westers (en Belgisch) eten, en ik zoals gezegd de effecten van een Chinese voedselbacterie op het menselijk lichaam heb kunnen ervaren. Vreemd genoeg ga je het snelst dingen missen die je thuis niet regelmatig at. Zo heeft Sophie (veganist) reeds te kennen gegeven dat een ‘boterham met eike’ haar nu ten zeerste zou smaken, en ben ikzelf al een tijdlang aan het smachten naar een overheerlijk, smeuïg stuk flantaart (voor de leken: lichtbruin gekleurde taart met typerende, harde korst en puddingachtige vulling met hemelse textuur, gewoon hemels…o ja, en als het kan met slagroom en bresiliennenootjes)

Om de nakende koude te lijf te gaan hebben we ons gisteren een stevige, goed gewatteerde winterjas met bonten kraag aangeschaft. De winterjassen staan nu nog in solden, dus leek het ons een goed idee de onvermijdelijke prijsstijgingen voor te zijn (naar het schijnt worden ze binnen dit en een paar weken 3 tot 4 maal duurder).

Na Li Yan ondervraagd te hebben naar zijn schoolervaringen kwamen enkele interessante ontdekkingen aan het licht. Het jongetje volgt wekelijks 45 uur les en krijgt tussendoor maar weinig de kans zich te vermaken met zijn klasgenootjes. In China is speeltijd een ongekend fenomeen, wat betekent dat Li Yan zich op een week verplicht met niet veel anders dan studeren bezighoudt. Op de vraag of hij goed overeenkwam met zijn leerkrachten antwoordde hij terstond “Neen, het zijn woestelingen”, een veelzeggend antwoord, ook al komt het van een prepuberaal jongetje dat ongetwijfeld een hekel heeft aan studeren. Hoe dan ook lijkt hij kennis te absorberen (hij kan het getal pi uitschrijven tot 100 cijfers na de komma), en wanneer je hem op enthousiaste wijze zinnetjes hoort inoefenen lijkt het alsof hij niets liever doet. Toch lijkt hij eerder in de wieg gelegd voor wiskunde en wetenschappen, zijn grote droom (net als die van iedere andere Chinese scholier) is dan ook om ooit aan een grote Amerikaanse universiteit te kunnen gaan studeren, en mama en papa uiteindelijk te laten overkomen uit China.

Vooruitzicht
Wij getweeën gaan een heerlijk rustige week tegemoet, en zullen heel waarschijnlijk nog wat van de ‘sights’ in Shandong meepikken, waaronder Taishan, één van de 5 Taoïstische heilige bergen verspreid over evenveel provincies. Verwacht jullie dus alweer aan een uitgebreid toeristisch verslag, doorspekt met allerlei weetjes en foto’s. Daarnaast speel ik met het idee om binnenkort een ‘special’ te posten over het fenomeen ‘Chinglish’, oftewel een vreemde en zonder uitzondering hilarische variant op de Engelse taal die ontstaat na toepassing door Chinezen.

Veel liefs!!!

S & S

vrijdag 21 september 2007

Toerisme in Jinan

Wat valt er zoal te beleven in een stad als de onze?

Bij de eerste aanblik bitter weinig, zoveel is zeker. Je zou het promotiefilmpje van de Chinese overheid op onze blog dan ook lichtjes bedrieglijk kunnen noemen…

Gisteren kwam een van onze leerkrachten hier vragen waarom ik net voor Jinan had gekozen want dat vond ze toch wat vreemd. Ik vertelde haar: “Ik dacht dat Jinan een mooie stad was.” Waarop ze heel hard moest lachen en zei: “Jinan WAS ooit een mooie stad….”
Toch hebben we de voorbije weken ook al heel mooie plekjes ontdekt hier die enigszins een beeld geven van hoe het hier vroeger moet geweest zijn & die willen we dan ook niet voor jullie verborgen houden.

Toeristische brochures spreken over 3 grote must-sees in Jinan die effectief ook wel een bezoekje waard zijn!

Wanneer je tegen een Chinees Jinan zegt, antwoord hij/zij meteen “Spring City”. Daarmee worden de meer dan 72 waterbronnen bedoeld die netjes verspreid liggen over de hele stad. Velen daarvan staan echter droog en lijken in de verste verte niet meer op een bron… De “Baotu Quan” doet dat gelukkig wel!
Deze bron is dan meteen ook de 1e plek waar wij (halve) Jinanezen trots op mogen zijn. Baotu Quan wordt omringd door een gezellig park bezaaid met vijvers & watervalletjes! Doe
daar nog wat tempels en muziek bij en je hebt een heerlijke groene oase in het hectische grijze Jinan


Nummer 2: DaMingHu of anders gezegd “groot helder meer”.
Bij het woord helder hoef je je niet te veel voor te stellen, maar de omgeving is wel vrij idyllisch! Veel lelies, bruggetjes en typische Chinese architectuur. Wat volgens mij echter niet in het plaatje past is het “amusement park”. Die pretparken duiken hier werkelijk overal op, zelfs bij boeddhistische gebedsoorden kan je karten!


De derde plek waaraan Jinan zijn faam ontleend is de Qianfoshan of 1000 boeddha berg. Deze plek staat bij ons beiden op nummer 1! Hier heb ik mijn 20e verjaardag gevierd en kan me echt geen betere plek voorstellen. De heuvel is een heerlijk rustoord aan de rand van Jinan bestrooid met tempels & boeddhabeelden waar je praktisch alleen langs kan slenteren.

Je kunt de heuvel zelf opklimmen of voor de avontuurlijke kabellift kiezen zoals wij gedaan hebben… Je staat doodsangsten uit maar dat geeft wat extra adrenaline om alles te bezichtigen!


Verder hebben we hier in Jinan ook een plein dat de grootsheid van de stad
moet b
enadrukken.

Ook al is het geen tian-an-men plein in Beijing, toch kan het ook tellen! Het plein in kwestie noemen we "Quan Cheng Guangchang" en het vormt zo wat het hart van de stad. Centraal op het plein staat het blauwe monument, symbool voor Jinan. Verder heerst er een gezellige sfeer met oudjes die vliegers oplaten, pratende mensen en witte duiven. En wat het voor mij nog interessanter maakt is dat er onder de ganse oppervlakte van het plein zich een gigantisch ondergronds winkelcentrum verstopt! (Tevens het enige interessante winkelplekje in Jinan.)


Vanmorgen zijn we met de bus naar Qufu gegaan, de geboortestreek van Confucius. Hierover waarschijnlijk later meer, maar voor de ongeduldigen onder jullie hebben we al wel wat foto’s geplaatst op Picasa. Ook een filmpje van een riksja rit door de straten van Qufu staat klaar om bekeken te worden.

Mensen die graag wat lezen over toerisme in Jinan of gans China kunnen een bezoekje brengen aan deze website: http://www.travelchinaguide.com/cityguides/shandong/jinan/

Misschien heb ik sommigen onder jullie wel warm gemaakt voor een bezoekje aan Jinan? Dat is misschien wat overdreven, ik weet het… Toch is iedereen meer dan welkom hier & gidsen Saide en Haofei staan altijd paraat!

Vele groetjes, Sophie –x-

donderdag 20 september 2007

Gesetteld...

Blogbezoekers, gegroet!

Hieronder volgt een ‘beknopte’ uiteenzetting van de belangrijkste nieuwtjes en gebeurtenissen die ons de voorbije week hebben beziggehouden. Veel leesplezier!

Mensen met papieren

Het ontbrak ons tot voor kort aan een verblijfsvergunning, een aanvulling op ons studentenvisum die van ons getweeën voor een jaartje officiële inwoners van Jinan maakt, te verkrijgen in het plaatselijke Bureau for Border Exit and Entry. Begin vorige week hebben we dan ook verplicht aan den lijve ondervonden hoe onwaarschijnlijk irritant het doorlopen van de Chinese bureaucratie kan zijn, en hoe moeilijk het is om je als Westerling/sterveling op te werken in het administratieve apparaat van de door ons meestal zo geliefde Chinezen.

Ter illustratie volgt een kort voorbeeld gegrepen uit het dagelijks leven in Jinan (en waarschijnlijk ook van toepassing op andere steden in China), meer bepaald uit het domein ‘winkelen’. Bij de aankoop van om het even welk artikel dien je als klant vooreerst het aan een gespecialiseerde toonbank ontvangen strookje doorzichtig papier met zorg over te brengen naar de kassa. Na ontvangst van een kassabon begeeft de klant zich vervolgens opnieuw naar eerstgenoemde toonbank, alwaar hij zich na afgifte ervan de trotse eigenaar van pakweg een wandklok of strijkijzer mag noemen. Het hele proces eindigt pas wanneer met je gloednieuwe klok en bijhorende papiertjes voorbij de eigenlijke kassa van de supermarkt en haar soms argwanende maar dikwijls vriendelijk lachende caissières bent geraakt. Na zo’n winkelbezoek valt nog met glimlach twijfelen aan de noodzaak van zulk een omslachtig systeem, ‘but at least you’ve got something to show for it’, je gaat met andere woorden niet met lege handen de winkel uit. Wanneer de logica van een dergelijk systeem zich echter doorzet naar het regelen van zaken van administratieve en dus onafwendbare aard, leidt dat doorgaans tot diepgaande en langdurige frustraties.

Zoals vermeld dienden we ons als inwoners te registreren bij de lokale autoriteiten, een opgave die enigszins bemoeilijkt werd doordat we wonen in een huis dat buiten de campus gelegen is. Te zien aan de gelaatsuitdrukking van de leerkracht van dienst op de dag van onze registratie als studenten (twee weken geleden), is dit een situatie waarmee de leiding van onze universiteit zelden wordt geconfronteerd. Uiteindelijk bleek een ander stel regels op ons van toepassing en werden we de laan uitgerstuurd met 2 formuliertjes (Sophie en ik koesteren inmiddels een grondige haat jegens formuliertjes!!!).

Met deze 2 briefjes op zak en verkerend in de waan dat de in het verschiet liggende rompslomp best wel zou meevallen, stapten we vorige week in een taxi met bestemming 出入境管理处 (churujing guanlichu), oftewel reeds genoemde Bureau for Border Exit and Entry. In de hal van dat gebouw, waar tevens geen mens aanwezig was en vallende spelden voor een schitterend klankspel zouden hebben gezorgd, bleek een nummertje trekken volgens de politieagent van dienst obligatoir. Dolkomisch en tegelijk diepdroevig is het wanneer je eer je zelf aan de beurt bent moet wachten tot een ijzige computerstem de 15 nummertjes die aan het jouwe voorafgaan op eentonige wijze heeft afgeroepen. Geduldig als we zijn, wachtten we tot de denkbeeldige klanten in de onzichtbare rij voor ons hun onbestaande ‘multiple-entry visa’ naar nergens, een rustieke en ongetwijfeld zeer rustgevende bestemming, hadden verkregen.

Bijna onmiddellijk na ons aantreden verzekerde de inmiddels duchtig smorende politieagent dat onze documenten onvolledig waren. We waren niet in het bezit van een officiële toelating tot verblijf buiten de campus, dewelke moest aangevraagd worden in het plaatselijke politiekantoor. Een ellenlange zoektocht en een hele hoop fut later bevonden we ons tot eigen groot jolijt in het juiste politiekantoor. Jinan is over de keper beschouwd een eerder eenvoudige (lees: achtergestelde) stad, maar omwille van haar immense omvang en bevolkingsaantal telt ze nu éénmaal, zoals het een stad met rommelige bureaucratie betaamt, een onvoorstelbaar aantal politiekantoren en regeringszetels. Er is er schijnbaar eentje voor iedere gelegenheid, wat ook te zeggen valt over de ‘heerlijke’ ‘mooncakes’ die worden verkocht in iedere Chinese patisserie. “Delicious Mooncakes, worthy of sharing with your families!”, luidt de slogan die verondersteld wordt het Mooncake Festival (dat binnenkort van start gaat en in heel China zal worden gevierd) in te huldigen. Mooncakes zijn verkrijgbaar in alle populaire varianten, met de corn-flavoured-mooncake en de beef-mooncake op kop. Maar dit alles geheel terzijde. Tot onze verbazing bevonden we ons uiteindelijk in het juiste politiekantoor, waar we zeer vriendschappelijk werden onthaald door een moeilijk verstaanbare en op zijn beurt kundig sigaretten verslindende agent. Na een zakelijk praatje en met de aldus verkregen toelating begaven we ons de volgende dag opnieuw naar het Bureau of blablabla (naast een hekel aan formuliertjes creëer je er gaandeweg ook één aan titels). Toevallig genoeg werd daar net een groep medestudenten (Russen, Koreanen en Nepalezen, ‘Napoleons’ genoemd door een Australisch meisje dat deel uitmaakte van de groep) aan een residence permit geholpen. De leerkracht van Shanda die hen bijstond bleek nadat we onze zaken hadden afgehandeld zo vriendelijk ons een lift met de schoolbus aan te bieden, een geste waar wij maar al te graag op ingingen. Na afloop van dit alles en na aankomst in centrum Jinan waren een zucht van opluchting en een stevige maaltijd wel op hun plaats.

Als alles naar behoren is verlopen, liggen onze paspoorten (mét bijhorende stempel, klever of kribbel, zolang het er maar officieel uitziet) nu op hun rechtmatige eigenaars te wachten op het bureau van één of andere onverschillige bediende. Morgennamiddag nemen wij vastberaden de taxi richting guanlichu, en zullen wij kordaat en met de nodige présence het gebouw betreden, om zo zonder al te veel poespas onze verblijfsvergunning overhandigd te zien. Met geheven hoofd zullen wij daarna het gebouw verlaten, en op dezelfde manier zullen wij, ditmaal met goedkeuring van de ons gunstig gezinde Jinanese regering, ons verblijf in deze stad (’t boerengat) voortzetten!

Studeren aan Shandong Daxue

Vorige woensdag is voor ons de routine van weleer opnieuw van start gegaan. Naast het volgen van een aanvaardbare vier lesuurtjes per dag hebben we ook onze karakterstudie terug opgenomen. De lesuren zijn hier aanzienlijk korter dan die aan de KUL, waardoor ons een overschot aan tijd rest dat door ons gretig gespendeerd wordt aan rusten, het voorbereiden van de lessen die volgen en het bezoeken van bezienswaardigheden in Jinan.

De gangen van ons lesgebouw (CIE = Center for International Education) worden gefrequenteerd door een grote hoeveelheid internationale studenten die zich allen, al dan niet even ijverig, hebben toegelegd op de studie van de Chinese taal. Zowat ieder land lijkt er vertegenwoordigd, nu eens door een enkeling (pakweg Macedonië), dan weer door een samengeklitte buslading, afkomstig uit een nauw aan China verwant land (zie Korea en Rusland).

De lessen zelf zijn een stuk moeilijker dan verwacht, niet zozeer als gevolg van de leerstof (die in Leuven ook al van een hoge moeilijkheidsgraad was), dan wel door de snelheid waarmee de weliswaar zeer vriendelijke leerkrachten reeds genoemde leerstof verwerken. Voorbereid opdagen is dan ook onontbeerlijk in een klas als de onze, waar schijnbaar iedere Koreaan de Chinese taal machtig is en niet langer dan een nanoseconde wordt stilgestaan bij ieder nieuw woord en de toepassing ervan. Een dikke lastpak zijn verder de zogenaamde rules of attendancy op Shandong Daxue, die je als student zowat verplichten om alle lessen bij te wonen. Hoe dan ook blijft het ons voornemen om niet (tenminste dit jaar niet) ten prooi te vallen aan stress teweeggebracht door schoolgaan, temeer omdat dit jaar geen deel uitmaakt van onze opleiding en we hier hoe dan ook bijleren, of we nu les volgen of niet. Waarschijnlijk zullen we volgende week een lesje meepikken in chuzhong (intermediate niveau) en eens kijken of het er daar wat kalmer aan toe gaat... Hoe dan ook vallen onze lessen gelukkig genoeg in de voormiddag, waardoor we ons gedurende de rest van de dag kunnen toeleggen op interessantere (doch even leerrijke ;)) zaken.

Vanalles

De door onze huisbazin voorziene (of eerder: wijselijk achtergelaten) wasmachine blijkt veel van zijn oorspronkelijke capaciteiten te zijn verloren. Momenteel beperkt het toestel zich tot het afspelen van irritante deuntjes die bij iedere luisterbeurt opnieuw pijnlijk duidelijk maken hoe nutteloos het apparaat waaruit ze weergalmen, is geworden. Als gevolg van de onwil die het toestel vertoont, zijn we dus genoodzaakt onze toevlucht te nemen tot handwas (voor liefhebbers van “The Fast Show”: “Where’s me washboard?? Ay?”). Ook de kunst van het strijken hebben we ons reeds meester gemaakt, blijkbaar kan je dus met een soort “strijk-ijzer” zogenaamde “plooien” uit kleding doen verdwijnen, en ik maar denken dat een handvol magisch feeënpoeder de klus zou klaren. Kortom: respect voor alle mama’s (en oma's) in de wereld!

Voorts hebben we tot ons beider heugenis – na een aantal teleurstellende maaltijden en de daaruit resulterende toiletbezoeken - eindelijk een restaurantje gevonden dat én buitengewoon hygiënisch is én aan ons beider smaken appelleert. Het etablissement in kwestie bevindt zich in onze straat (tevens ook de straat waar de noordelijke ingang van Shanda op uitkomt) en biedt een uitgebreide selectie aan authentieke Chinese gerechten. Ook het cliënteel is er uitgesproken Chinees, wat resulteert in een nogal komisch contrast wanneer wij na een voormiddagje les met volgestouwde rugzakken de zaak betreden en onze komst zowat alle aanwezigen van hun honger beneemt. De bereiding van de gerechten duurt er net dat tikkeltje langer dan in andere eethuisjes, maar daar zit de uitstekende kwaliteit van het eten ongetwijfeld voor iets tussen.

Tenslotte dient vermeld dat onze kat de laatste tijd wonderwel sloeg in haar voornaamste opzet, namelijk haar baasjes uit hun (zuurverdiende) slaap houden. Ze heeft karakter, dat moet gezegd, maar die eigenschap vertaalde zich ’s nachts dikwijls in koppig miauwen omwille van niet nader omschreven redenen (ze is niet bepaald goed in het verduidelijken van haar bedoelingen). Haar dagen vulde ze dan weer door doelloos uit het raam te staren (hoe lang je de achterkant van een gebouw interessant kan vinden blijft een raadsel, behalve voor katten dan) en met het stukkrabben van onze fauteuils (vaarwel waarborg!). Inmiddels is ze echter de lieflijkheid zelve en vertedert ze ons dag in dag uit met haar schattige katjesgedrag. Plastic zakken zijn nog steeds haar voornaamste fetisj, maar haar aandacht gaat ook uit naar kleine, ronde, snel bewegende objecten en schoenen die al eens gedragen zijn.

Tenslotte hebben we zondag andermaal vier uurtjes lang lesgegeven aan Li Yan, die een erg charmant en innemend jongetje blijkt te zijn. Onze lessen beperken zich voornamelijk tot het inoefenen van vaste constructies en het aanleren van nieuwe woordjes, de rest laten we over aan geoefende leerkrachten. Li Yan is maandagochtend vertrokken op legerkamp, een verplichte activiteit voor alle Chinese middelbare en universitaire scholieren. Ook thuis geniet de jongeman een zeer strenge en disciplinaire opvoeding, en die vier uurtjes in ons gezelschap beschouwt hij dan ook als een welkome afwisseling in een week waarin stress en prestatiedruk vanwege zijn ouders de bepalende factoren zijn. Ondergetekende heeft mogen proeven van Li Yan’s onwaarschijnlijk kinderachtige recept ‘Coke and Banana’s’, een naam die spijtig genoeg alles zegt over het eerder teleurstellende gerecht waaraan ook reepjes Snickers naar smaak kunnen worden toegevoegd. Echte liefhebbers drinken zonder verpinken ook het ‘soepje’ op dat ontstaat na mengen van alle ingrediënten. Hmmm…

Ziezo, tot zover deze update, liefste mensen --> duizendmaal dank voor de leuke reacties, blijf zeker even gul met liefde en berichtjes en zet jullie alvast schrap voor een verslag van 2 van Jinan’s meest noemenswaardige attracties, weldra te lezen hier op Sensinjinan...

Greetzz

S & S

(foto's van ons ingericht huisje staan op Picasa, neem gerust een kijkje!)

zaterdag 8 september 2007

Ons plekje onder de Chinese zon...

Onze week...



Gegroet iedereen!

Hier even een opsomming van de hoogtepunten van onze week:

Eergisteren hebben we ons succesvol laten registreren aan Shandong Daxue, en we zijn nu de trotse bezitters van een mooie xueshengzheng (studentenpasje). Wat we doorheen het jaar zeker niet zullen doen is dit pasje gebruiken om te eten in de plaatselijke alma, waar het eten het best kan ingedeeld worden volgens de categorieën ‘onaangenaam geurend’, ‘stinkend’ en 'schijnbaar restafval bedoeld voor consumptie'.
De dag voordien hebben we voor de eerste maal een bezoekje gebracht aan het prestigieuze Quancheng Square, inclusief opzichtig blauw monument met blinkende bal in het midden. De verwachtingen waren hooggespannen, het weer was mooi, het plein op zich viel uiteindelijk wat tegen vanwege de kleinschaligheid ervan, het ondergrondse winkelcentrum bleek echter gigantisch.

Gisteren hebben we beiden deelgenomen aan de verplichte fenban kaoshi, een zogenaamde 'proficiency test' voor de indeling van ons studenten in klassen volgens niveau. De test begon met onwaarschijnlijk simpele vragen en ging, naar goede Chinese examineergewoonte, over in een wirwar van iets moeilijkere opgaven. Mijn schat kreeg na afloop van haar mondelinge deel al te horen dat zij thuishoort in de hoogste categorie. Ze is dus van een zeer hoog niveau, zo blijkt, maar dat wist ik allang. Maandagochtend worden de punten meegedeeld, en weten we of we klasgenootjes worden of niet.

Praktisch:

Geld
Chinees geld is een pest: geen briefjes met waarde groter dan 100 yuan (10 euro), en uit ervaring blijkt dat je geneigd bent juist die briefjes uit te geven bij zowat iedere aankoop, waardoor je nadien met een hele hoop opgefrommelde rommel komt te zitten.

Verkeer
Oversteken in Jinan, en bij uitbreiding in de rest van China, gebeurt volledig op eigen risico. Moet je niet koste wat kost aan de overkant van de straat zijn en ben je van nature niet echt assertief, dan is het aangeraden gewoon…tja…niet over te steken. Een internetpoll leert ons dat Jinan op nummer 1 staat in de lijst van Chinese steden met chaotisch verkeer, in het bijzonder “because there is generally too much of everything coming from all kinds of directions”, een nogal treffende beschrijving van de Jinanese verkeerssituatie. Overal, ook in andere steden, heerst ‘voorrang NAAR rechts’, een regel van niet te onderschatten belang voor wie de straat over wil zonder kleerscheuren.

Winkelen
In onze plaatselijke ‘Xinhua Bookstore’, een kleine, volkse variant van boekengigant ‘Beijing Book Building’ (gelegen in de Xidan-wijk in Beijing) hebben we voor een habbekrats schitterende kalligrafiespulletjes kunnen kopen. De prijs voor een penseel schommelt er tussen 2 en 4 euro, en ook inktstenen, inktstaven en papier, allen van uitstekende kwaliteit kosten er twee tot zelfs drie keer niks. Wie dezelfde aankopen doet in België, wordt onvermijdelijk in de zak gezet.
Jinan telt naast een aantal reusachtige Walmarts en een steriele Carrefour – Jialefu in transcriptie - ook een hele hoop RT-Marts. In deze immense, immer overbevolkte supermarkten zijn buitenlanders, net als in het Jinanese straatbeeld, zeer dun gezaaid. We kunnen er zowat alles vinden wat ons consumentenhartje begeert, en hetgeen we begeren is er spotgoedkoop. Gisterenavond stonden er schoenen in promotie (20 yuan), wat aanleiding gaf tot een heuse wedloop van op betaalbare schoenen beluste Chinezen. Ieder winkelbezoek wordt hier respectievelijk ingeluid en beëindigd met de tot vervelens toe door luidsprekers galmende zinnetjes “Welkom eervolle klant” (huanying guanglin) en “Bedankt dat u ons vereert met uw bezoek” (xiexie guanglin).

Eten
“KFC is a god’s gift!”. Heerlijk is het om op iedere straathoek deze smakelijke variant op McDonald’s tegen te komen. Bij voorlopig gebrek aan vast eethuisje is het leuk om deze ‘hygiënische’ en ‘betrouwbare’ (beide begrippen blijven relatief) oplossing achterhanden te hebben. Aanrader is de Lao Beijing Jiroujuan, een geslaagde fastfoodversie van de in China en omstreken bekende Peking-eend (kaoya). Weetje: naar verluidt zou dit populaire gerecht haar oorsprong vinden in de provincie Shandong, meer bepaald in de stad waar ondergetekende en zijn vriendinnetje zich bevinden. Als dessert is de Muoka (mokka = softijs/ijskoffie) niet te versmaden.

Weer
Het klimaat voelt hier, ondanks maxima van zo'n 30 ° C, heerlijk gematigd aan. De zon is niet altijd zichtbaar maar voelen doe je ze wel. De vervuiling blijft wennen, iets wat blijkbaar ook opgaat voor de Jinanezen, die zich op straat steevast en duidelijk hoorbaar ontdoen van het sediment in hun longen en de inhoud van hun galblaas (rochels van de Chinezen gaan waarlijk door merg en been!). De overstromingen die Jinan een tijd geleden hebben getroffen, hebben geen zichtbare sporen achtergelaten, althans niet in het Licheng-district waar wij ons bevinden. Volgens sommige (niet al te deskundige) bronnen zouden er zelfs helemaal geen overstromingen hebben plaatsgevonden in de stad. Persberichten, filmpjes en ooggetuigen beweren echter het tegendeel :).

Ziezo, tot hier het verloop van onze week tot dusver. Jinan begint, naarmate de afvalhoop slinkt, onze meubels hun plaats vinden en we vetrouwd raken met de buurt, stilaan een beetje als thuis aan te voelen. Onze volgende blog-entry wordt dan ook een uitgebreid verslag van onze binnenhuisindeling en –inrichting (geschreven door mijn liefje), zodat jullie ook een klein beetje kunnen proeven van de huiselijke sfeer die hier heerst. Meer over onze indrukken en gevoelens volgt later...

Greetzz

S & S

woensdag 5 september 2007

Jinan boerengat!

Dag lieve mensen!

Sedert woensdag (29 augustus) vertoeven wij in Jinan, alwaar wij ondertussen reeds onze intrek hebben genomen in een knus en naar Chinese normen eerder modern appartementje. Bij aankomst, en ook gedurende de 3 daaropvolgende dagen werden we nog vergezeld door onze Chinese vriendin Hao Ping (afkomstig uit Beijing). Ping is voor ons van onschatbare waarde gebleken, niet alleen als goede vriendin, maar ook in het verschaffen van ‘technische knowhow’ over het cultureel gezien nogal ingewikkelde China, alsook in het regelen van een aantal praktische zaken die zonder haar erbij wellicht zeer tijdrovend zouden geweest zijn.

Hieronder volgt een nogal uitgebreid overzicht van onze activiteiten in Jinan tot hiertoe. Een gedetailleerd verslag van Beijing volgt later (juist ja, er scheelt iets aan de volgorde)

Na een treinrit van amper 3 uurtjes kwamen we dus behouden maar vermoeid aan in Jinan, een stad die bezwaarlijk kosmopolitisch of laat staan gezellig kan genoemd worden. ‘Achtergesteld’ is zowat het eerste woord dat je te binnen schiet, en meteen ook het eerste woord waarmee Ping haar eerste indruk van Jinan beschreef. Bruisend is onze stad wel, zo merkten we meteen toen we uit de kille hal van het station kwamen en uitkeken op heel veel mensen en heel veel auto’s. Met het adres van ons hotelletje (eerder een zeer ‘chique’ appartementje in een residentie voor de iets welgesteldere Jinanees) en het adres van de huisbazin in de hand zetten we, enigszins wantrouwig, onze eerste stappen op Jinanese grond. Een telefoontje later werden we opgepikt door een politieagent bevriend aan de ‘maitresse d’hôtel’, die ons behulpzaam en met het oog van een reisgids naar onze bestemming escorteerde.

Over de stad Jinan valt niet bijster veel (goeds) te vertellen: overal waar je kijkt zijn Chinezen, en overal waar Chinezen kijken zijn wij (Westerlingen worden hier net als in Beijing steevast aangestaard, en niet altijd op de meest vriendelijke manier), de taxi’s lijken er allemaal afkomstig uit bouwjaar 1983 (bij benadering) en de indeling van zowat alle straten verloopt steeds weer volgens hetzelfde stramien: kruidenier, sportwinkel, eethuis of restaurant, theewinkel, bank, winkel van China Mobile, bank, theewinkel, sportwinkel, bank, bank, bank.... De stad geniet bij velen faam door haar stinkende beekjes, belachelijk hoge luchtverontreiniging, veelkleurige palen (kom dat zien, pilaren die ’s nachts licht geven enzo!). De bijnaam ‘Jinan boerengat’ drong zich dus vrijwel meteen aan ons op, en die titel zal ze nog een hele tijd met verve bekleden, zo vermoeden we.
Onze stad lijkt dus in bijna geen enkel opzicht op het gezelligere Beijing, waar de mensen al iets meer vriendelijkheid aan de dag leggen en waar een zonnige dag ook echt nog een zonnige dag is.


Het Chinese eten valt bij mij enorm in de smaak, zij het dat ik nog steeds wacht op die ene verschrikkelijke eetervaring, wellicht met buikloop en een vermindering in enthousiasme tot gevolg. Lekkere gerechten zijn o.a.: naar vis geurende vleesreepjes (yúxiāngròusī à met tonen voor de liefhebbers), dumplings met vlees of vis, geraspte aardappel met ei en mù’ěr (‘boom-oren’ = een soort paddestoel), witte kool op Chinese grootmoeders wijze, en ongetwijfeld nog heel wat andere gerechten die weldra zullen ‘gesampled’ worden door ondergetekende. Sophietje kan je bij ieder winkelbezoek aantreffen in de rayon ‘geïmporteerde goederen’ waar zij de bedrijfsleiding van Barilla steeds weer een plezier doet door hun hele pastavoorraad op te kopen. Ook chocoladekoekjes vallen bij haar in de smaak! Heel erg ‘Chinees’ dus, een term die bovendien op een waaier van zaken van toepassing is: producten van inferieure kwaliteit (onze stofzuiger heeft het reeds op de dag van aankoop begeven), een bezoek aan de supermarkt, waar mensen op ieder moment van de dag gewoon ‘aanwezig zijn’, en waar een allesoverheersende drukte ‘gezellig winkelen’ of ‘commiskes doen’ geheel onmogelijk maakt. Ook de Chinese beleefdheid is, wel ja, erg Chinees: vriendelijkheid wordt hier verward met aandringen tot op het agressieve af, en diezelfde opdringerige houding aannemen is een must als je je goedgemeende vriendelijkheid later niet met afwijzing wil beantwoord zien.

LOGBOEK

Dag 1
Avond. Na aankomst in ons hotel, gelegen te Haiwei Guangchang (meer bepaald op de ‘kongzhonghuayuan’, oftewel ‘garden in mid-air’) deelden we voorzichtig onze eerste indrukken met mekaar, en gaven we Jinan tot slot nog het voordeel van de twijfel. Meteen daarna brachten we ons eerste bezoekje aan de RT-Mart, de kleinste van de ‘god weet hoeveel’ RT-Mart’en er hier in deze stad aanwezig zijn. Daarop met de nodige voedingswaren in de hand en ietwat overdonderd door de menigte naar het hotel ‘gevlucht’, waar een Chinees-Westerse maaltijd de vermoeide lichamen terug oplaadde.

Dag 2
Regen. Grauw. Met z’n gedrieën de deur uit op zoek naar een immobiliënkantoor en bij uitbreiding een woonst die aan onze verwachtingen voldoet. Bij kantoor ‘Maian’ boden ze niet alleen een uitstekende service, maar ook het door hen aangeboden appartementje kon onmiddellijk op onze goedkeuring rekenen. Onderhandeling over de prijs mogelijk J, ‘ain’t bargaining a bliss’!
’s Avonds volgde een bezoek aan de oude, onverlichte campus van Shandong Daxue, met een aantal kunstige foto’s en een zichtbaar teleurgestelde Ping tot gevolg.

Dag 3
Regen. Grauw. ‘Never mix business with pleausure’, en ‘s middags was ‘pleasure’ wel degelijk aan de beurt. “Een bezoekje aan het befaamde Daming Lake dan maar!”, luidde het eensgezind. Enigszins behoed voor een eventuele teleurstelling begaven we ons met een gammele bus naar het meer van Jinan, waar regendruppels ons enigszins teleurstelden. Wandeling, oversteek met de boot (dankzij de vaarkunsten van ons Pingetje), monument van de Ming-krijgsheer (onder keizer Qianlong???) verantwoordelijk voor de aanleg van het meer, bezoek aan het heerlijk irrelevante ‘Rock museum’, waar onwaarschijnlijk smaakloze belichting en ditto collectie bij ons op een ironisch lachje en een flinke dosis relativering konden rekenen. Verder nog een schitterend penseelschilderij gekregen als afscheidscadeau van Ping, die het op de kop kon tikken voor de even schitterende prijs van 3 euro, weldra te bezichtigen in onze woonkamer. Een rondje in het reuzenrad bracht naast de vervuiling en de drukte ook de mooie Qianfoshan (‘Duizend Boeddha Berg’) mooi in kaart.
’s Namiddags een bezoekje gebracht aan de nieuwe campus van Shanda: heel veel basketveldjes (allright!), een activiteitencentrum, en het Center for International Education, waar een akelig ‘bijna school’-sfeertje hing en waar mijn lieve schat dan ook ongelukkig genoeg aan haar middelbare schooltijd, tevens ongelukkig genoeg, werd herinnerd. Wat later op bezoek bij Dr. Edward Mignot, de Amerikaanse professor Engels (writing skills) die door vertek van de oorspronnkelijke eigenaars voor even eten gaf aan de kat die nu de onze is. Ze heet Jingjing, wat volgens de eigenaar ‘shut up and be quiet’ betekent. Ze heeft erg veel nood aan aandacht en maakt dat kenbaar door heel erg veel en op erg zagerige toon te miauwen…s nachts!!!!! Maar ze is ongelooflijk lief, een echt schatje, en dat maakt alles goed. J

Dag 4
Zon. Warm. Vervuiling nog steeds aanwezig. Just Checking. Pings laatste dag in Jinan, een stad waar in haar ogen niet echt iets te beleven valt. De volgende ochtend zet zij koers naar Qingdao (bekende en ongetwijfeld interessantere kuststad in Shandong). We zetten al enkele spullen over van het hotel naar onze nieuwe woonst. Die nieuwe woonst is buitengewoon smerig. ‘Smerig’ is zelfs het woord niet. Zelfs ‘goor’ is niet toereikend. Misschien kenden de kakkerlakken die tot voor kort onze keuken bewoonden het juiste woord, maar zij hebben inmiddels het pand verlaten. “Wauw! Wat een mooie keukenkastjes!!!”, zeiden we toen we nog geen besef hadden van de smerige toestand waarin de keuken verkeerde. Op de dag van dit schrijven (woensdag 5 september) zijn we nog steeds niet klaar met ontvetten en desinfecteren. Dettol komt ongewoon goed van pas; meer zelfs, werd Dettol hier niet verkocht, dan hadden we ons mogelijk in allerlei bochten gewrongen om het huurcontract stop te zetten J. Het uiteindelijke huurcontract houdt trouwens in dat Sophietje en ik, afgezien van de verminderde maandelijkse betaling van de huishuur, nog 4 uurtjes onderricht/recreatie verstrekken aan het zoontje van de eigenares, Li Yan genaamd. “Hij sukkelt wat met zijn talen”, wees zijn moeder hem al terecht in ons bijzijn. Voorlopig hebben we nog absoluut geen benul van wat deze lessen zullen inhouden, één ding is zeker: Li Yan houdt van badminton! Gebadmintond zal er worden, of hij krijgt een stevig pak voor zijn broek!

Dag 5
Zon. Warm. Spulletjes verder overhevelen van hier naar daar. Moeheid tot gevolg. Lekker slapen.
Dag 6??? Min of meer verdwenen uit het geheugen...
Hoogstwaarschijnlijk: inkopen en verderzetting werkzaamheden in ons nieuwe stulpje.

Vandaag (05/09)
Vandaag is registratiedag!! Met elk 8 pasfoto’s en onze ‘admission notice’ in de hand zullen we ons rond de middag begeven naar de nieuwe campus, op wandelafstand gelegen van ons huisje. Gezien internationale studenten tot en met vrijdag kunnen ‘inchecken’, beginnen de lessen vermoedelijk volgende week. Tijd genoeg dus om dit weekend nog even naarstig wat karaktertjes te herhalen, om een pijnlijke val door de mand te vermijden tijdens die pijnlijke eerste lessen. Naar het schijnt zal het gros van de studenten bestaan uit Koreanen (die de reputatie hebben nogal snobistisch en arrogant te zijn), wellicht zullen zich ook een aantal vervelend nasaal sprekende Amerikanen aandienen, en ook Afrikanen, Oost-Europeanen en – aaaaaaarghh - Hollanders zullen van de partij zijn. Wij zijn erg benieuwd! Intussen wordt hier door ons tweetjes verder geschrobd en geboend en gestofzuigd dat het een lieve lust is, en wordt er door de Chinezen meer gerocheld en gespuwd dan ons lief is. China, of wat we er tot nu toe van gezien hebben althans, is een schitterend land met schitterende mensen, ook al blijkt dat niet altijd uit de door ons opgeschreven ervaringen. Slechts een fractie ervan hebben we totnogtoe ontdekt, de rest volgt spoedig. In tussentijd blijven we ons vermaken met berichtjes naar en skype-gesprekken met het thuisfront, en hopen we op jullie onvermoeibare interesse in het verdere verloop van ons verblijf.

Much love,

S & S